Malawi - de eerste voetstap!
De eerste voetstap in Afrika. Het begin van een wonderbaarlijke reis: van
Malawi, Zanzibar naar Zambia, met een te volgepakte rugzak en blaren in mijn
bergschoenen. Aankomend in Lilongwe ben ik, op een vrouw van het Rode Kruis
na, de enige Europeaan. Ik heb vernomen dat er binnenkort verkiezingen zijn en
alle hulporganisatie het land uit moeten. Ik moet nog beslissen of ik blijf. Tja, ik
heb ervoor gekozen om cultuur en natuur op te snuiven zonder mij te ergeren
aan massatoerisme enerzijds en discriminatie door ‘Nederlandstalige’ mensen uit
Zuid-Afrika anderzijds.
Aangekomen op het eerste logeeradres, na een hobbelige rit vanwege de vele
gaten in het wegdek in een taxi met een kapotte voorruit, zit ik in een mooie
Afrikaanse tuin onder een boom vol prachtige bloemen en bontgekleurde vogels
die een geweldig fluitspel beoefenen. Ik denk even niet aan de omheining van
traliewerk en de mannen die de ingang bewaken met uzi’s. Het is geen luxehotel,
integendeel, maar de schoonheid van de natuur is overal te zien, ongeacht de
welvaart of de armoede van de plek.
Vanuit dit logeeradres lift ik mee met een Canadees stel dat met een goedkope,
af en toe functionerende auto uit Zuid-Afrika is gekomen en doorrijdt tot
noordelijk Afrika.
Reizen met lokaal vervoer is een ervaring op zich. Ik voel een mand vis in mijn
nek en heb kippen op schoot – en dat alles in een busje met tien mensen
(bedoeld voor maximaal zes), slingerend rijdend om gaten in de weg te
vermijden. Als je geluk hebt kun je het wegdek door de bodem van de auto zien
voorbijsnellen!
Om de haverklap stoppen we en moeten we uitstappen omdat een groep
soldaten de weg blokkeert: controle op wapens en paspoort vanwege de
verkiezingen. Wel geniet ik van de gemoedelijke lokale mensen die volop
geïnteresseerd zijn en mij in gebarentaal en voor mij warrige woorden een
verhaal willen vertellen over iets waar wij langsrijden of de huidige politieke
situatie in Malawi.
Dus is het aangenaam om in een auto te zitten met deze mensen die geregeld
stopt op plekken zodat ik de omgeving op kan snuiven. Zo stoppen we ook bij
een dorpje bestaand uit een paar hutten en een hoge rots. De bewoners van vijf
hutten begroeten ons vriendelijk en de kinderen zwermen om ons heen. Jeffrey
is een ervaren bergbeklimmer zonder touw en wil graag de rots ‘uitproberen’. In
de tijd dat Jeffrey met zijn handen aan de rots hangt, worden Karin en ik
begeleid op een smal paadje, slingerend om de rots heen, door de kinderen die
aangeven waar ik mijn zware bergschoen neer moet zetten om niet naar
beneden te vallen. Dit terwijl zij huppelend om mij heen dwarrelen op blote
voeten. Adembenemend is het uitzicht als wij op de top zijn en ik voel de warmte
van de kinderen die dicht tegen mij aan gaan zitten en al neuriënd aan mijn
sarong plukken om de plantresten die zijn blijven steken eraf te halen. Een
gevoel wat eigenlijk niet te beschrijven is in woorden. Helaas moeten we de plek
verlaten om voor het donker op onze bestemming Dedza aan te komen. De
dagen zijn eigenlijk zo ingedeeld: slaapplek en eten zoeken, en ondertussen
genieten van wat je onderweg tegenkomt.
’s Morgens word ik wakker in Dedza omdat iemand op de deur klopt. Een breed
lachende man probeert mij duidelijk te maken dat ik mij kan wassen met het
opgewarmde water in een ijzeren teil die hij voor de deur heeft gezet. De man
bereidt voor ons het geroosterde brood en de koffie voor, die wij hem eerder
hebben gegeven voor ons ontbijt. Hij vrolijkt het ontbijt op met een bloemetje.
Geen enkel luxe ontbijt kan tegen zijn glimlachende bediening op.
Niet elke plek biedt fijne ervaringen en ik realiseer mij dat ik een goede keuze
heb gemaakt om Zuid-Afrika te mijden. Dit bedenk ik mij als twee zeer “lieve”
honden op mijn schoot liggen en ik gigantisch schrik als een local een
hippieachtige hostel binnenkomt. Ik heb nog nooit zoveel voortanden gezien en
gegrom gehoord van een hond en ik houd mijn adem in. De blanke Zuid-
Afrikaanse eigenaar stelt me “gerust” door te zeggen dat de honden getraind zijn
om mensen met een donkere huidskleur aan te vallen en geen blanken. Rillingen
lopen over mijn rug als ik achteraf hoor dat deze honden het terrein beschermen
en vorige week nog een jongen van rond de twaalf tot aan het bot hebben
gebeten. Naïef om te denken dat in Malawi zulke blanken niet zouden bestaan.
Gelukkig drukt de boottocht op het meer van Malawi deze ervaring naar de
achtergrond. Een boot die net weer is gerepareerd nadat hij een paar weken
daarvoor was gekapseisd.
Dom om te denken dat het maar een meer is en dat ik wel even naar de
overkant kan zwemmen. Ik maak wel vaker zulke excuses om ergens te komen.
Ook was ik blij dat ik een ticket heb bemachtigd voor het dek. Overdag het spel
Bawa spelen met locals (een houten spel dat ik gekocht had op een marktje; de
straatsteentjes die normaal gesproken worden gebruikt heb ik vervangen door
bonen) of het uitzicht bewonderen met de prachtige houten bootjes van de
vissers. De nacht op het dek is een ervaring op zich, kijkend naar de vele sterren
die schitteren aan de donkere hemel met op de achtergrond Knocking on
heaven’s door gespeeld op een backpackers-gitaar.
Langzaam begin ik mij thuis te voelen en ik verheug mij op de vele voetstappen
die ik nog moet maken in Afrika.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten